Ze stelde een beknopte levensregel op en ze noemde haar groep ‘Kompagnie van de H. Ursula’. Tegen het einde van de 16e eeuw raakte de orde verspreid in Frankrijk: de kloosterlingen namen niet alleen het kloosterleven aan, maar hielden zich ook met opvoedingswerk bezig.
Als voorbeeld nam ze de H. Ursula van Keulen. Deze vroegmiddeleeuwse christelijke prinses probeerde een gedwongen huwelijk met een heiden te ontlopen, maar viel hierbij in handen van de Hunnen. In haar poging om de met haar meegereisde maagden te beschermen onder haar mantel liet ze zelf het leven. Zo werd ze de patrones van jonge meisjes.