Zoals gebruikelijk in die tijd droegen de leerlingen van onze school een uniform. Leerlingen droegen in de jaren twintig een blauwe bloes met rode lintjes met bolhoed in de winter en voor de zomer een blauwwit gestreepte bloes, bijgenaamd ‘de beenhouwersbloes’, met bijpassend hoedje. Tijdens de oorlogsjaren was er kortstondig een versoepeling van het reglement door de rantsoenering en materiaalschaarste. Na de oorlog werd het uniform alleen verplicht op vrijdag, tijdens de lessen godsdienst en voor speciale gelegenheden zoals uitstappen. De leerlingen droegen dan een blauw wollen uniform met wit kraagje en witte hoge sokken. Op straat was ook nog een ‘baret’ verplicht, met de letters ‘UM’ op geborduurd. Op de andere dagen deden de leerlingen gewone kleren  aan en daarover ging deze zwarte of donkerblauwe schort. In 1969 moesten leerlingen van de lagere school getooid gaan in een donkerblauwe pull en een donkerblauwe rok, de leerlingen van het secundair in witte blouse, donkerblauwe rok en donkerblauwe wollen vest. De lagere school voerde in 1982 een verstrengd uniform in en in 1984 werd het uniform in de middelbare school opnieuw verplicht op alle dagen. Dat hadden de leerlingen nog liever dan de vermaledijde schorten. Het ging echter niet meer om opgelegde kledingstukken, maar om een afgesproken kleurencode. Wie niet in orde was, kreeg nog een afgevoerde schort om de schouders, een te vermijden straf! Leerlingen van de Ursulinen zouden vanaf nu herkend worden in het straatbeeld aan de blauwe en witte kleren. Wanneer in 2000 de lagere school het uniform afschafte, zag de bloeiende leerlingenraad van het middelbaar haar kans schoon. Een uitvoerige bevraging maakte duidelijk dat een grote meerderheid van ouders, leerlingen en personeel het uniform overbodig vonden. Tijdens een druk bijgewoonde persconferentie kondigden leerlingenraad en directie aan dat het uniform vanaf 1 september 2001 zou worden afgeschaft.